Cleandesk werken begint met opruimen. Maar opruimen is een kunst. Ik herinner me een training van vorig jaar - waarbij van alles werd uitgelegd over hoe we onze werkplek moesten digitaliseren en hoe we cleandesk moesten gaan werken. Dat was best nuttig. Die training was een eye-opener. Een deel van mijn cynisme verdween toen.
Kort na die training heb ik de bezem door mijn toenmalige werkplek gehaald. Het gaf een bevrijdend gevoel dat ik het dossier van mijn voorganger, waar niemand ooit meer in keek omdat alles gedigitaliseerd of sterk verouderd was, kon weggooien. Sinds die tijd zweer ik bij een digitaal archief en ben ik nogal opruimerig van aard geworden. Met alle gevolgen van dien overigens. Want ik kan eigenlijk niks meer op mijn bureau verdragen. Alles wat ik op een bureau zie liggen, moet gedigitaliseerd of geƫlimineerd worden. Zo heb ik inmiddels al twee muizen, drie toetsenborden en een dozijn perforators door de shredder gehaald.
Op dit moment ben ik mijn mobiele waterschapstelefoon kwijt. Een half uurtje geleden lag hij nog voor me. Maar ik vrees dat ik mijn cleandesk-woede ook op het praatapparaatje heb geprojecteerd. Ik heb het ding niet in de papiervreter gestopt. Want het hok waar dat apparaat staat, mag ik niet meer in. Daar geldt een Willem Waterdager-verbodsbepaling. Wacht… ik hoor ‘m overgaan, geloof ik. Aahhhhh, juist ja…. ik zat er bovenop. En ik maar denken dat er op deze werkplek ergonomisch iets mis was. Ik wilde de ergo-coach al bellen. Ja, met Willem… hoezo niet bereikbaar..?
Kort na die training heb ik de bezem door mijn toenmalige werkplek gehaald. Het gaf een bevrijdend gevoel dat ik het dossier van mijn voorganger, waar niemand ooit meer in keek omdat alles gedigitaliseerd of sterk verouderd was, kon weggooien. Sinds die tijd zweer ik bij een digitaal archief en ben ik nogal opruimerig van aard geworden. Met alle gevolgen van dien overigens. Want ik kan eigenlijk niks meer op mijn bureau verdragen. Alles wat ik op een bureau zie liggen, moet gedigitaliseerd of geƫlimineerd worden. Zo heb ik inmiddels al twee muizen, drie toetsenborden en een dozijn perforators door de shredder gehaald.
Op dit moment ben ik mijn mobiele waterschapstelefoon kwijt. Een half uurtje geleden lag hij nog voor me. Maar ik vrees dat ik mijn cleandesk-woede ook op het praatapparaatje heb geprojecteerd. Ik heb het ding niet in de papiervreter gestopt. Want het hok waar dat apparaat staat, mag ik niet meer in. Daar geldt een Willem Waterdager-verbodsbepaling. Wacht… ik hoor ‘m overgaan, geloof ik. Aahhhhh, juist ja…. ik zat er bovenop. En ik maar denken dat er op deze werkplek ergonomisch iets mis was. Ik wilde de ergo-coach al bellen. Ja, met Willem… hoezo niet bereikbaar..?